Nieuws

WOW-NL baat bij weerstations in stadstuinen

WOW-NL is jarig en bezoekt 4 deelnemers
Deel 2: Sjaak de Wit, weerstation 't Zand



De officiële KNMI-weerstations staan in buitengebieden waar het meten niet verstoord wordt door bebouwing of bossen. Maar metingen in de stad zijn wel nodig. Bijvoorbeeld om het stadseffect op weer te onderzoeken. Dat maakt een weerstation zoals dat van Sjaak de Wit in Utrecht interessant. Zijn weerdata is dankzij het crowdsourcingproject WOW-NL van het KNMI beschikbaar om te vergelijken en te delen. Daar kan WOW-NL wel meer van gebruiken.

Op de lagere school begon het al. Iedere dag schreef Sjaak de Wit op welk weer het was. Uit een la komt een vergeeld schrift. 1979 staat op de kaft. Het staat vol waarnemingen, grafieken en krantenartikelen over het weer. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een ware meteolocatie in het Utrechtse Leidsche Rijn. Een stadsweerstation dat dagelijks te bekijken is op wow.knmi.nl.

De computer waar alle weerwaarnemingen voor zijn meetlocatie ‘t Zand binnenkomen, staat op zolder. Hier klust en bouwt Sjaak. Allerlei stukjes elektronica liggen er. Sjaak maakt veel zelf. Dat kan ook niet anders als elektronicus. ” Met zelfbouw heb je drie keer plezier. Bij het bedenken, bouwen en gebruiken”, glundert hij.
Sjaak de Wit schreef zelf ook de software, in Python, in zijn Beaglebone die zorgt voor het verwerken en verzenden van de weergegevens.  Al zijn metingen plaatst Sjaak de Wit overzichtelijk op een eigen uitgebreide website
www.sjelab.nl/meteo.  

 In zijn tuinschuur schroeft hij een kastje vol elektronica open:  Tx, Rx, DCF klokje, Xbee, weerstandjes, capacitoren, een oude AVR micro-controller, ledjes. Plus een barometer. En niet zomaar een barometer. Eentje met een temperatuur gestabiliseerde luchtdrukmeter. “Ik wil echt niet dat de temperatuurschommelingen van invloed zijn op mijn luchtdruk”, legt hij uit.

Aan de zuidkant van de schuur is een zonnecel geplaatst. “Zo kan ik het vermogen per vierkante meter meten”. Even verderop staat een temperatuursensor in een geventileerde hut. Hier is goed nagedacht over de meetopstellingen. De neerslagmeter is vrij opgesteld en de windsensoren staan hoog.
“Maar voor windmetingen is deze stadstuin minder geschikt”, weet Sjaak. “De tuin is te beschut en de daken zijn te schuin om een windmeter op te plaatsen. Maar mijn temperatuurmetingen zijn wel aardig voor bijvoorbeeld het onderzoeken van stedelijke warmte. ”


Uiteraard vergelijkt Sjaak de Wit zijn metingen met die van andere weerstations. “Het interessante is dat je regelmatig dezelfde bobbels in de grafieken terug ziet. Dat zijn echt lokale effecten, bijvoorbeeld een bel met vochtige lucht. Dit kun je met de KNMI-meetstations in het buitengebied niet zien, maar hier midden in Utrecht wel.”