Nieuws

Record-lange droge periode eindigt met plaatselijk veel regen

Het bruine gras, de lage waterstand, de droge periode van de afgelopen weken zal u vast niet zijn ontgaan. Al sinds de tweede helft van mei is het bijzonder droog, maar ook zeer zonnig en behoorlijk warm. Pas op 20 juni maakten regen- en onweersbuien vrijwel overal een einde aan de lange reeks droge dagen, ruim een maand later. Juni zal verder de boeken in gaan als de warmste en zonnigste junimaand sinds het begin van de metingen, een uitzonderlijke zomermaand dus.

Record-lange droge periode

Zoals gezegd sloeg het weer halverwege mei vrij abrupt om. Het tot dan toe vrij sombere en natte weer maakte plaats voor een zonovergoten en droog weertype. In ongeveer de helft van het land viel de laatste neerslag op 12 mei, in de rest van het land viel er nog neerslag op 15 en 16 mei en ook rond de 22e kwam het plaatselijk nog tot een bui. Vanaf de 24e viel er (op één station na) nergens nog neerslag tot en met 17 juni, een aaneengesloten reeks van 25 droge dagen. Regionaal echter, waaronder in De Bilt, is het zelfs van 13 mei tot en met 19 juni droog gebleven, een indrukwekkende reeks van 38 droge dagen (of 5,5 weken). Voor De Bilt (en een flink aantal andere stations) was het de langste reeks droge dagen sinds het begin van de metingen. De vorige langste reeks liep van 4 april tot en met 6 mei 2007 en duurde 33 dagen.


Figuur 1; neerslagmetingen van het Panhuis (middel blauw), Weerstation Braamlaan (lichtblauw) en Meteo Boeing (donkerblauw), van 1 mei tot en met 27 juni 2023.

 
Ook de WOW-stations hebben een lange droge periode achter de rug. In figuur 1 hierboven staan de neerslagmetingen van drie WOW-stations afgebeeld, gelegen in het oosten (Panhuis), midden (Weerstation Braamlaan) en westen (Meteo Boeing) van het land. Wat duidelijk opvalt is de natte periode in de eerste helft van mei en de laatste neerslag van de maand bij het Panhuis en Meteo Boeing op 13 mei. Weerstation Braamlaan heeft op 16 mei voor de laatste keer neerslag waargenomen. Pas op 20 juni zien we op alle drie de WOW-stations weer voor het eerst een neerslagregistratie. Twee dagen later viel er bij het Panhuis opnieuw een flinke plens regen, terwijl het op de Braamlaan slechts even licht regende en het bij Meteo Boeing helemaal droog bleef. Dit valt goed te verklaren aan de hand van de neerslagkaartjes voor 20 en 22 juni op basis van de KNMI-neerslagstations, afgebeeld in figuur 2 hieronder. Op de 20e kwam het vrijwel overal tot stevige (onweers)buien, op de 22e regende het alleen in de zuidoostelijke helft.


Figuur 2; cumulatieve neerslag KNMI-neerslagstations voor 20 juni (links) en 22 juni (rechts), van 08:00-08:00 UTC, bron: KNMI.

Gedeeltelijke compensatie

Helaas is het nog niet mogelijk om de neerslagtotalen van de WOW-stations weer te geven maar op basis van de KNMI-neerslagstations (figuur 2) is het duidelijk dat er zowel op 20 als op 22 juni plaatselijk ook veel regen is gevallen. Stevige onweersbuien zorgden op de 20e met name in het zuidwesten, westen en oosten lokaal voor 30-50 mm terwijl er in het noorden, midden en zuidoosten plaatselijk nog geen 5 mm viel. Op 22 juni was de neerslagverdeling nog schever, met in het zuidoosten op uitgebreide schaal 20-40 mm en lokaal 40-60 mm. Compenseren voor de lange droge periode doet het echter niet, in een maand tijd valt er in mei en juni normaliter zo’n 60-70 mm neerslag.

Geblokkeerd stromingspatroon

Klimatologisch gezien hebben we in Nederland het grootste deel van de tijd te maken met een zonale stroming, dat wil zeggen een (zuid)westelijke stroming tussen lagedrukgebieden nabij IJsland en hogedrukgebieden boven Zuid-Europa. Soms kunnen hogedrukgebieden zich echter ook boven Noord-Europa handhaven en krijgen we in onze omgeving juist te maken met een (noord)oostelijke stroming (figuur 3). Daarmee kunnen actieve storingen boven de Atlantische oceaan ons niet meer bereiken, wat echter niet betekend dat droog blijft. Doordat een oostelijke stroming meestal vrij droge lucht aanvoert, kan dat in combinatie met de invloed van nabijgelegen hogedrukgebieden wel tot lange zonnige en droge periodes leiden. Een hogedrukgebied dat langdurig verantwoordelijk is voor het tegenhouden van een zonale stroming, noemen we ook wel een blokkade.
 
Figuur 3; weerkaart (analyse) voor zondag 11 juni 2023, geanalyseerd door een KNMI-meteoroloog. Hogedrukgebieden liggen bij IJsland en Finland, de oranje pijl duidt een oostelijke stroming aan.

Net geen hittegolf
Met een (noord)oostelijke stroming werd in juni geleidelijk ook warmere lucht vanaf het Europese continent naar ons land getransporteerd. Bij een noordoostenwind resulteerde dit aanvankelijk in grote temperatuurverschillen. In het zuiden en zuidoosten werd het al zomers warm (25°C of meer), terwijl de temperatuur in het Waddengebied door de aanvoer over het nog koele zeewater niet verder kwam dan 15°C. In figuur 4 hieronder zijn deze verschillen duidelijk zichtbaar; Weerstation Ternaard ligt in het noorden van Friesland, Bladel-Noord tegen de Belgische grens. Vanaf 9 juni werd het met een naar oost draaiende wind overal warmer, met op veel plaatsen zomerse en af en toe ook tropische temperaturen (30°C of meer). Van een landelijke hittegolf is geen sprake geweest; De Bilt registreerde ‘slechts’ één tropische dag (figuur 4). Regionaal is de benodigde reeks van tenminste vijf zomerse dagen, waarvan drie tropische dagen, wel gehaald. Zo ook in Bladel-Noord, waar met een serie van 18 zomerse dagen, waarvan vier tropische dagen, wel werd voldaan aan het hittegolf-criterium (figuur 4).


Figuur 4; temperatuurmetingen van Weerstation Ternaard (middel rood), KNMI-station De Bilt (lichtrood) en Bladel-Noord (donkerblauw), van 3 juni tot en met 22 juni 2023.