Nieuws

WOW-stations verraden grote neerslag verschillen

Landelijk gezien stond de afgelopen week in het teken van zacht en wisselvallig weer, met veel neerslag en van tijd tot tijd ook flink wat wind. Vooral de periode van 11 tot en met 15 oktober was nat, met landelijk gemiddeld zo’n 35 millimeter in vijf dagen tijd. De neerslaghoeveelheden waren echter bijzonder ongelijk verdeeld over het land, waardoor dit een mooie gelegenheid is om eens wat dieper in de neerslagmetingen van het WOW-netwerk te duiken.


Figuur 1; neerslaggrafiek De Bilt voor de maand oktober 2023 (tot en met de 16e).


De Bilt versus Nederland

Bij het vergelijken van het weer in Nederland met het weer uit het verleden of het weer uit de toekomst, bijvoorbeeld aan de hand van de klimaatnormalen of de klimaatscenario’s, wordt er vaak gekeken naar de metingen in De Bilt. Dat is niet omdat het KNMI daar is gevestigd maar vanwege het feit dat het meetveld in De Bilt naast een zeer lange meetreeks (inmiddels 125 jaar) ook een centrale ligging heeft in ons land. Voor het gemiddelde Nederlandse klimaat kunnen de metingen in De Bilt dan ook worden beschouwd als representatief. Echter, op kortere tijdschalen (lees: uren, dagen of weken) hoeft dit zeker niet het geval te zijn, daarvoor is het weer soms te grillig en te plaatselijk.
 
Ongelijk verdeling zorgt voor grote verschillen
Op het gebied van neerslag is de afgelopen week daar een mooi voorbeeld van, zoals is af te leiden uit de lopende neerslaggrafiek voor oktober in De Bilt (figuur 1). Tot en met de 16e is er in oktober al 98 millimeter gevallen op het station en dat is meer dan normaal (81 millimeter), zeker gezien het feit dat we nog twee oktoberweken voor de boeg hebben. Een (zeer) natte oktobermaand in wording dus, zou men kunnen concluderen. Wanneer we echter de neerslagkaart van Nederland erbij pakken (figuur 2), dan blijkt dat De Bilt momenteel behoort tot de natste plaatsen in Nederland. In een brede zone over het midden van het land is er namelijk al 70-90 millimeter gevallen, terwijl het zuidoosten op 15-30 millimeter is blijven steken, een factor drie verschil. Voor de afgelopen periode is De Bilt qua neerslag dus helemaal niet zo representatief is geweest. Dat is dan ook de reden dat we bij het KNMI voor wat betreft de neerslag meestal rekenen met een landelijk gemiddelde, dat voor oktober tot nu toe op 49 millimeter staat en dus de helft minder bedraagt.


Figuur 2; neerslagtotaal oktober op basis van de neerslagwaarnemers, t/m 17 oktober 8 uur.

WOW maakt detailverschillen nog duidelijker

Omdat de neerslag zeker in het geval van buiensituaties soms heel ongelijkmatig over het land verdeeld kan zijn, gebruikt het KNMI voor het meten van de dagelijkse neerslaghoeveelheden een uitgebreider netwerk dan alleen de 34 automatische landstations. Het kaartje in figuur 2 wordt namelijk gemaakt op basis van de metingen van ruim 300 neerslagwaarnemers, die iedere ochtend op een vast tijdstip handmatig de regenmeter aftappen. Naast de mogelijkheid om een representatiever landelijk gemiddelde te bereken, maken deze metingen het makkelijker om neerslagextremen en lokale verschillen zichtbaar te maken. Toch bestaat er nog steeds een kans dat de zwaarste buien precies tussen twee stations of waarnemers heen bewegen. Daarom zijn we erg blij met de neerslagmetingen van de WOW-stations, die samen een netwerk vormen met een nog grotere dekking en dichtheid. Hierdoor wordt het mogelijk om detailverschillen en extremen in de gevallen neerslag nog duidelijker te herkennen en weer te geven, zoals in figuur 3.



Figuur 3; totale hoeveelheid neerslag WOW-stations voor 12 oktober, rechts toont een uitsnede.


Plaatselijk meer dan 50 millimeter in 24 uur

Donderdag 12 en vrijdag 13 oktober waren landelijk gemiddeld de natste dagen en tevens verantwoordelijk voor de grootste regionale verschillen. De getallen in figuur 3 tonen de totale hoeveelheid neerslag gemeten door de WOW-stations tussen 00 en 24 uur op 12 oktober, met aan de rechterkant een uitsnede van het midden van het land. Een donkerdere blauwe kleur staat voor een grotere waarde en neerslagsommen van meer dan 30 millimeter zijn paars gekleurd. Te zien is dat er in de IJsselvallei, rond Utrecht en bij Rotterdam plaatselijk meer dan 40 millimeter is gevallen, met een enkele uitschieter van boven de 50 millimeter. In het noorden en zuiden viel er die dag nog geen 5 millimeter.

Een zelfde kaart en uitsnede is gemaakt voor de totale hoeveelheid neerslag van een dag later, van 00 tot 24 uur op vrijdag 13 oktober. In figuur 4 hieronder staan beide uitsneden naast elkaar. De rechter uitsnede (voor 13 oktober) laat opnieuw waarden zien van meer dan 30 millimeter in de omgeving van Rotterdam, Amersfoort, Almere en Zwolle, en dus deels in hetzelfde gebied. Dat verklaart waarom er in deze regio plaatselijk al meer dan 100 millimeter is gevallen deze maand.


Figuur 4; uitsneden totale hoeveelheid neerslag WOW voor 12 oktober (links) en 13 oktober (rechts).